Om te kunnen penvissen hebben we eigenlijk niet zo heel erg veel materiaal nodig. In tegenstelling tot het afstandvissen kunnen we volstaan met veel minder spullen.

Wat nemen we in ieder geval mee?

* Een medium penhengel van ongeveer 4 meter lengte en een testcurve van 13/4 lbs en een molen met een goede slip.

* Een groot genoeg landingsnet

* Een tasje met reserve haken, handdoek, geldige vergunning(en), aas, reserve pennetjes, loodjes en schaartje

* Een dikke onthakingsmat

* Eventueel een fotocamera, meetlint en weger met weegzak

* Een klein en comfortabel stoeltje

Eten en drinken voor de visser en een goede zin!

Het begin

Tuig de karperhengel op, d.w.z. haal de lijn door alle ogen van de karperhengel. Hierna monteren we de pen. Men kan kiezen uit twee manieren om een pen te bevestigen n.l. de vaste manier en de Engelse manier. Bij de Engelse methode maken we gebruik van een stuitje wat we als eerste op de lijn monteren. Hierna wordt de pen door het onderste oogje gehaald. Hieronder wordt het benodigde lood gemonteerd en uiteindelijk de haak. Wanneer dit systeem nu in het water wordt gelaten, dan zakt de haak naar beneden, totdat deze stuit (vandaar de naam stuitje) tegen het stuitje. Met dit stuitje bepalen we de diepte waarop wordt gevist.

Het monteren van de vaste pen gebeurt meestal door middel van twee stukjes siliconen die boven en onder het drijflichaam van de pen worden geschoven. Hieronder wordt dan weer het lood en de haak gemonteerd.

Welk systeem gehanteerd word, is afhankelijk van de visser zelf. Ikzelf vis het meest met de vaste pen maar wanneer de diepte van het water boven de 3 meter komt, kies ik voor de Engelse methode. Tevens registreert de Engelse methode volgens sommige vissers nauwkeuriger, ikzelf heb dit (nog) niet kunnen bemerken.

Het uitloden

Het uitloden van het systeem is volgens mij het belangrijkste van het penvissen, dit omdat dit mede de beetregistratie van het systeem beinvloed. Het goed uitloden doet men als volgt: Knijp (zonder dat de haak al is bevestigd) de loodjes op de lijn, totdat het puntje van de pen gelijk met het wateroppervlak blijft staan. Wanneer de haak vervolgens wordt gemonteerd, dient de pen nu langzaam naar beneden te zakken. Wanneer we nu daadwerkelijk gaan beginnen met vissen, dan dienen we het stuitje of de pen net zolang omhoog schuiven totdat deze ongeveer een halve centimeter boven het wateroppervlak verschijnt. Hierdoor kunnen weglopers maar ook opstekers en kleine stootjes goed worden gevolgd.

Nu we klaar zijn met het uitloden, kunnen we daadwerkelijk beginnen met het vissen door de pen of stuitje op de juiste dieptje te schuiven en vervolgens het haakaas te monteren. Goede penstekken kan men over het algemeen vinden d.m.v. peilen en te zoeken naar bijvoorbeeld mosselbankjes en oneffenheden in een water zoals bijvoorbeeld een brug, pijlers, gemaaltjes etc.